Betekenis van:
horst

horst (de ~ | meervoud horsten)
Zelfstandig naamwoord
  • strook omhooggeduwde grond
"horsten en slenken"

Hyperoniemen

horst (de ~ | meervoud horsten)
Zelfstandig naamwoord
  • nest v.e. roofvogel

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De heer Horst RIESENBERG-MORDEJA
  2. de heer Horst SEEHOFER, Bayerischer Ministerpräsident.
  3. In de Kreis Steinburg: Altenmoor, Borsfleth, Engelbrechtsche Wildnis, Glückstadt, Herzhorn, Horst (Holstein), Kiebitzreihe, Kollmar, Neuendorf b. Elmshorn, Sommerland
  4. Horst, Matthias [2] Lid dat banden heeft met organisaties die de consumenten en andere belangengroepen met betrekking tot de voedselketen vertegenwoordigen.