Betekenis van:
inkomsten

inkomsten
Zelfstandig naamwoord
  • alles wat aan geld ontvangen wordt
"Hij heeft behoorlijke inkomsten."
inkomsten (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • betaling voor verrichte arbeid; dat wat er aan geld binnenkomt; som die iem. in geld of geldswaarde geniet als opbrengst van vermogen, onderneming of arbeid; inkomen
"inkomsten derven"
"inkomsten uit [kapitaal/nevenfuncties]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Inkomsten
  2. INKOMSTEN
  3. Inkomsten
  4. inkomsten
  5. Inkomsten 2005
  6. Geen inkomsten
  7. gederfde inkomsten;
  8. Bruto-inkomsten
  9. Belastingen/inkomsten
  10. Buitengewone inkomsten
  11. Buitengewone inkomsten
  12. Lopende inkomsten
  13. Nettoreclame-inkomsten
  14. Financiële inkomsten
  15. Wel inkomsten