Betekenis van:
innoveren

innoveren
Werkwoord
  • vernieuwen
"een bedrijf moet vandaag de dag blijven innoveren om goed te kunnen concurreren"

Hyperoniemen

innoveren
Werkwoord
  • iets nieuws bedenken of maken
"De popband wist steeds weer te innoveren."

Voorbeeldzinnen

  1. Aantal ondernemingen die actief innoveren en die samenwerken op innovatiegebied
  2. In absolute cijfers, als percentage van alle ondernemingen, als percentage van alle ondernemingen die actief innoveren en als percentage van alle ondernemingen die niet actief innoveren
  3. Bovendien ligt het vaak aan de economische omstandigheden, of bedrijven wel of niet gaan innoveren.
  4. In absolute cijfers en als percentage van alle ondernemingen die actief innoveren
  5. In absolute cijfers en als percentage van alle ondernemingen die actief innoveren — (facultatief)
  6. „Aantal ondernemingen die actief innoveren en hebben aangegeven dat bepaalde innovatiedoelstellingen zeer belangrijk zijn”.
  7. In absolute cijfers en als percentage van de ondernemingen die actief innoveren
  8. In absolute cijfers, als percentage van alle ondernemingen en als percentage van alle ondernemingen die actief innoveren
  9. Aantal ondernemingen die actief innoveren en hebben aangegeven dat bepaalde effecten van innovatie voor hen zeer groot waren
  10. Aantal ondernemingen die actief innoveren en die hebben aangegeven dat bepaalde informatiebronnen voor innovatie zeer belangrijk zijn
  11. In absolute cijfers, als percentage van de totale omzet en als percentage van de totale omzet van de ondernemingen die actief innoveren — (facultatief)
  12. In absolute cijfers, als percentage van de totale omzet en als percentage van de totale omzet van de ondernemingen die actief innoveren
  13. Zwaartepunt 4 — dat voortbouwt op de ervaringen met Leader — heeft tot doel het bestuur te innoveren via een van onderuit gestuurde lokale aanpak van de plattelandsontwikkeling.
  14. Op die wijze kan voor de begunstigden van de steun een moral hazard binnen het bankenstelsel ontstaan, terwijl de prikkels voor niet-gesteunde ondernemingen om te concurreren, te investeren en te innoveren, worden afgezwakt.
  15. Ondernemingen moeten zich flexibeler opstellen om te kunnen inspelen op plotselinge veranderingen in de vraag naar hun goederen en diensten, zich aan nieuwe technologieën aan te passen en voortdurend te innoveren om concurrerend te blijven.