Betekenis van:
inschrijfgeld

inschrijfgeld (het ~ | meervoud inschrijfgelden)
Zelfstandig naamwoord
  • geld te betalen bij inschrijving
"inschrijfgeld betalen/voldoen"
"het inschrijfgeld bedraagt [10 gulden]"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Bedrag van het inschrijfgeld (9)
  2. indien de lidstaat dat vereist, een bewijs van betaling van het door de instelling gevraagde inschrijfgeld kunnen overleggen.
  3. De leden betalen een inschrijfgeld van 150 EUR en vervolgens een garantiebijdrage van 0,035 eurocent per liter die is gebaseerd op een geschat aantal liters brandstof.
  4. De betaling van een bijdrage door de afnemers, bijvoorbeeld schoolgeld of inschrijfgeld teneinde in zekere mate in de werkingskosten van een stelsel bij te dragen, vormt op zich nog geen vergoeding omdat de dienst hoofdzakelijk uit publieke middelen gefinancierd blijft.
  5. De Commissie veronderstelt echter dat het in verhouding tot de waarschijnlijke omvang van de uitgaven om relatief bescheiden bedragen gaat. Op basis van de gegevens uit het door de secretaris-generaal van het FPAP ondertekende memorandum, de „Uitvoerige handleiding van het FPAP” van november 2004 en het document „Informatie van het FPAP” van januari 2006 kan namelijk een voorzichtige raming worden gemaakt: circa 2500 leden (aantal leden van het FPAP volgens de Franse autoriteiten) betalen een inschrijfgeld van 150 EUR, dus in totaal 375000 EUR, waarbij dan nog de bijdragen komen voor de eigenlijke risicodekking (zie overweging (25)).