Betekenis van:
jachtopziener

jachtopziener
Zelfstandig naamwoord
  • een persoon die erop toeziet dat de jachtwet nageleefd wordt
"Mijn buurman is jachtopziener."
jachtopziener (de ~ | meervoud jachtopzieners)
Zelfstandig naamwoord
  • bewaker jachtgebied; opzichter v.e. jachtgebied

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De gekwalificeerde persoon zou ook de wildbeheerder of de jachtopziener kunnen zijn, indien deze tot het jachtgezelschap behoort of zich in de onmiddellijke nabijheid van het jachtterrein bevindt.
  2. In het laatste geval moet de jager het wild aan de wildbeheerder of de jachtopziener tonen en hem meedelen of hij vóór het doden ongewoon gedrag heeft waargenomen.
  3. Ingeval punt 1 van toepassing is, wordt — voor zover mogelijk en indien bekend — de jager, jachtopziener of veehouder ervan op de hoogte gesteld dat er monsters voor tests op CWD worden ingestuurd en worden positieve uitslagen van de snelle test zo snel mogelijk op geautoriseerde wijze meegedeeld.