Betekenis van:
jawoord

jawoord (het ~ | meervoud jawoorden)
Zelfstandig naamwoord
  • antwoord op huwelijksaanzoek
"elkaar het jawoord geven"

Hyperoniemen

Hyponiemen

jawoord
Zelfstandig naamwoord
  • het bevestigende antwoord op een huwelijksaanzoek
"Hij gaf haar onmiddellijk het jawoord."