Betekenis van:
kaarden

kaarden
Werkwoord
  • het behandelen van ruwe katoen of wol met behulp van een kaard
"Kamsters kamden of kaardden de wol, spinsters sponnen deze tot garen."
kaarden
Werkwoord
  • vezels ontwarren
"wol/katoen kaarden"

Hyperoniemen

kaarden
Werkwoord
  • vlasvezels van de laatste aanhangsels ontdoen (landbouw)

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Kaarden of kammen van afval van zijde