Betekenis van:
kaneel

kaneel (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • zoete specerij
"een pijpje kaneel"
"een snuifje kaneel"

Hyperoniemen

kaneel
Zelfstandig naamwoord
  • een specerij van de gedroogde binnenbast van de kaneelboom, gebruikt als smaakmaker in vele gerechten
"Ik houd erg van kaneel."

Voorbeeldzinnen

  1. Mix in een ander kommetje het zelfrijzend bakmeel met het zuiveringszout, de kaneel en de nootmuskaat.
  2. Kaneel
  3. Kaneel (Cassia)
  4. Kaneel (alleen Cinnamomum zeylanicum)
  5. Kaneel en kaneelknoppen
  6. kaneel (Cinnamomum zeylanicum Blume)
  7. Traditionele en/of seizoengebonden bakkerijproducten, met een vermelding van kaneel in de etikettering
  8. Bestaat hoofdzakelijk uit harsen, etherische oliën, en meestal kaneel- en benzoëzuur
  9. Fijne bakkerijproducten met uitzondering van traditionele en/of seizoengebonden bakkerijproducten met een vermelding van kaneel in de etikettering
  10. Het gebruik van zwaveldioxide en sulfieten (E 220, E 221, E 222, E 223, E 224, E 226, E 227 en E 228) alleen voor dit specifieke soort kaneel moet dan ook voortaan worden toegestaan.
  11. Väkevä glögi of spritglögg is een gedistilleerde drank die is verkregen door ethylalcohol uit landbouwproducten met aroma van kruidnagel en/of kaneel te aromatiseren door middel van een van de volgende procedés: aftrekking en/of distillatie, herdistillatie van alcohol over delen van bovengenoemde planten, toevoeging van aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1334/2008 van kruidnagels of kaneel of een combinatie van deze methoden.”;
  12. Aan knoflook en veel andere kruiden — zoals rozemarijn, salie of oregano — kon men in de buurt ook gemakkelijk komen, terwijl het gebruik van specerijen uit verre landen — zoals zwarte peper, kaneel of nootmuskaat — waarschijnlijk in zwang is geraakt door de nabijheid van de verkeersas Livorno/Pisa — Emilia/Lombardije.