Betekenis van:
karamel
karamel
Zelfstandig naamwoord
- gebrande suiker
Voorbeeldzinnen
- karamel:
- karamel:
- karamel (kleurstof).
- Karamel, andere
- Karamel (andere)
- E 150 a — GEWONE KARAMEL
- Karamel (op basis van suiker)
- Karamel bevattende, in droge toestand, 50 of meer gewichtspercenten sacharose
- Sterk vervloeiend, met een zwakke geur van karamel
- Karamel, in de vorm van poeder, al dan niet geagglomereerd
- Er mag karamel worden toegevoegd tot 2 % vol. van het eindproduct met het oog op de colorimetrische stabilisatie.
- glucose en glucosestroop, in droge toestand 20 of meer doch minder dan 50 gewichtspercenten fructose bevattend, met uitzondering van invertsuiker:– dien met natuurhonig vermengd; karamel:
- andere, daaronder begrepen invertsuiker en andere suiker en suikerstropen die in droge toestand 50 gewichtspercenten fructose bevatten:– nig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:
- andere, daaronder begrepen invertsuiker en andere suiker en suikerstropen die in droge toestand 50 gewichtspercenten fructose bevatten:– nig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:
- kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker:– te vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel: