Betekenis van:
kleurschakering

kleurschakering (de ~ | meervoud kleurschakeringen)
Zelfstandig naamwoord
  • kleurnuance

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De bedieningsknop van alle interne communicatiemiddelen kan met de palm van de hand worden bediend en de kleur(en) en kleurschakering ervan moeten contrasteren.
  2. Voor de toepassing van de onderverdelingen 520942 en 521142 worden aangemerkt als „denim”, weefsels uit garens van verschillende kleuren, met een drie- of vierschachtskettingkeperbinding (die met een vierkantskruiskeperbinding daaronder begrepen), waarvan de kettingdraden van een en dezelfde kleur zijn en de inslagdraden ongebleekt, gebleekt of grijs geverfd zijn, dan wel zijn gekleurd in een lichtere kleurschakering dan de kettingdraden.