Betekenis van:
kousenband

kousenband (de ~ | meervoud kousenbanden)
Zelfstandig naamwoord
  • kledingstuk om kousen op te houden
"Orde van de kousenband"

Synoniemen

Hyperoniemen

kousenband (de ~ | meervoud kousenbanden)
Zelfstandig naamwoord
  • peulvrucht
"kousenband met kip"

Synoniemen

Hyperoniemen

kousenband
Zelfstandig naamwoord
  • een elastische band om de kous op te houden
kousenband
Zelfstandig naamwoord
  • ''Vina sesquipedalis'', een extreem lange peulvrucht

Voorbeeldzinnen

  1. kousenband (Vigna sesquipedalis)
  2. Thamnophis sirtalis Gewone kousenband-slang
  3. Sperzieboon (prinsessenboon, slaboon), pronkboon, snijboon, kousenband
  4. Bonen (met peul) (Sperzieboon (prinsessenboon, slaboon), pronkboon, snijboon, kousenband)
  5. Manga’s, kousenband (Vigna sesquipedalis), bittermeloen (Momordica charantia), lauki (Lagenaria siceraria), paprika’s en aubergines (levensmiddelen)