Betekenis van:
kraanwater

kraanwater (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • water v.d. waterleiding; leidingwater; water uit de waterleiding
"kraanwater drinken"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Spoel even in rustig stromend kraanwater.
  2. Temperatuur en debiet van het kraanwater (1 punt)
  3. Spoel in rustig stromend kraanwater. Dep droog op tissuepapier. Breng een dekglaasje aan.
  4. Laat de kleuroplossing weglopen. Spoel even met kraanwater. Verwijder overtollig water met tissuepapier.