Betekenis van:
kruit

kruit (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • mengsel van licht ontvlambare ontplofbare stoffen
"zijn kruit droog houden"
"je kruit verschoten hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Zwart kruit;
  2. Kruit en springstoffen
  3. Vervaardiging van kruit en springstoffen
  4. NACE 20.51: Vervaardiging van kruit en springstoffen
  5. NACE 24.61: Vervaardiging van kruit en springstoffen
  6. Vuurwapens, waarbij de explosieve kracht van kruit benut wordt, n.e.g.
  7. KRUIT EN SPRINGSTOFFEN; PYROTECHNISCHE ARTIKELEN; LUCIFERS; VONKENDE LEGERINGEN; ONTVLAMBARE STOFFEN
  8. Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen
  9. 36 Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen
  10. Andere vuurwapens en dergelijke toestellen, waarbij de explosieve kracht van kruit benut wordt (bijvoorbeeld geweren en karabijnen voor het jagen, vuurwapens die alleen via de loop kunnen worden geladen, pistolen voor lichtgranaten en andere toestellen uitsluitend vervaardigd voor het afvuren van waarschuwingsgranaten, pistolen en revolvers voor het afvuren van losse patronen, slachtpistolen, lijnwerptoestellen)