Betekenis van:
kwistig

kwistig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet zuinig
"kwistig met [geld/clichés] strooien"
"kwistig gebruik van de grondstoffen"

Hyperoniemen

kwistig
Bijvoeglijk naamwoord
  • op lichtzinnige wijze verbruikend
"Mensen in westerse landen zijn veel te kwistig in hun watergebruik."
kwistig
Bijvoeglijk naamwoord
  • royaal gevend
"De staatsloterij was kwistig met het prijzengeld deze week."