Betekenis van:
labiel
labiel
Bijvoeglijk naamwoord
- onstandvastig, wankelbaar
"De doktoren hadden hun handen vol aan de labiele patiënt."
labiel
Bijvoeglijk naamwoord
- niet evenwichtig; niet stabiel; wankel; niet stabiel
"een labiele situatie"
"een labiele man"