Betekenis van:
landbouwkundige

landbouwkundige (de ~ | meervoud landbouwkundigen)
Zelfstandig naamwoord
  • specialist in de landbouwkunde
"hij is landbouwkundige"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering
  2. Uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering
  3. R 10 Uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering
  4. Landbouwkundige beroepsopleiding van de bedrijfsleiders (uitsluitend praktische ervaring, basisopleiding, volledige landbouwopleiding) [4]
  5. Landbouwkundige beroepsopleiding van de bedrijfsleiders (uitsluitend praktische ervaring, basisopleiding, volledige landbouwopleiding) [4]
  6. In sommige regio's worden eiwithoudende gewassen om landbouwkundige redenen van oudsher gemengd met granen ingezaaid.
  7. „De landbouwkundige en de teelttechnieken moeten overeenkomstig de door de bevoegde diensten van de Regio Campanië aangegeven voorwaarden worden toegepast.”;
  8. De infectieroutes en de dynamiek van de toxinevorming verschillen per gewas en worden beïnvloed door landbouwkundige factoren.
  9. In dit verband dient echter in aanmerking te worden genomen dat de lidstaten behoefte hebben aan enige flexibiliteit om rekening te kunnen houden met plaatselijke landbouwkundige omstandigheden.
  10. Werken aan de toepassing van industriële biotechnologie binnen de totale keten van biomassa uit gewassen en bossen om de mogelijkheden van de bioraffinagebenadering (bv. groene chemicaliën) ten volle te realiseren, inclusief sociaaleconomische, landbouwkundige en milieu- en consumentenaspecten.