Betekenis van:
laten zien

laten zien
  • De de gebruiksmethode van een voorwerp tonen.

Voorbeeldzinnen

  1. Ik zal je de stad laten zien.
  2. Laten we zien wat er gebeurt.
  3. Laten we zien wat er gebeurt.
  4. Ik zal jullie wat foto's laten zien.
  5. Ik zal je de stad laten zien.
  6. Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?
  7. Kunt u me nog een andere laten zien?
  8. Laten we die berg beklimmen om het te zien.
  9. Kun je me laten zien hoe je deze camera gebruikt?
  10. Ik zal je een nieuwe aanpak voor het leren van vreemde talen laten zien.
  11. Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.
  12. Laten we eens zien wie het het langst uit kan houden.
  13. De lopende rekening zal een tekort van 13,4 % van het bbp laten zien.
  14. Deze cijfers laten ook zien dat de door EKORDA voorgestelde liquidatiefactoren niet realistisch zijn.
  15. De gecontroleerde gegevens laten zien dat er sprake is van enige schade.