Betekenis van:
leenwoord

leenwoord (het ~ | meervoud leenwoorden)
Zelfstandig naamwoord
  • woord afkomstig uit een andere taal; leenwoord
"een Frans/Engels/Duits leenwoord"
"een leenwoord uit het [Frans/Engels/Duits]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

leenwoord
Zelfstandig naamwoord
  • een woord dat door een taal aan een andere taal ontleend is
"Het zelfstandige naamwoord 'download' is een leenwoord uit het Engels."