Betekenis van:
lening

lening (de ~ | meervoud leningen)
Zelfstandig naamwoord
  • het te leen geven/krijgen
"'een lening'/leningen voor [de aanschaf van apparatuur]"
"'een lening'/leningen aan ['noodlijdende bedrijven'/Oost-Europa]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

lening
Zelfstandig naamwoord
  • het lenen van geld
"Hij heeft een lening afgesloten bij de bank."
lening
Zelfstandig naamwoord
  • een bedrag dat geleend wordt
"De lening bedraagt tienduizend euro."

Voorbeeldzinnen

  1. Ik ben er zeker van dat Tom nooit nog een andere lening van me zal krijgen.
  2. Lening
  3. Lening
  4. Lening 2
  5. 15 Lening
  6. Preferentiële lening
  7. Lening 1
  8. Toegekende lening
  9. Lening KfW
  10. Aan Unicarni toegekende lening.
  11. Hulp (lening, rentesubsidie, garanties)
  12. Doel van de lening
  13. Behandeling als een lening
  14. de lening van 2007;
  15. een lening of vordering;