Betekenis van:
				
					lied					
				
			
            lied (het ~ | meervoud liederen)
Zelfstandig naamwoord
- iets wat lijkt op een lied
 
"Het lied van de nachtegaal"
"Het lied van de ruisende rietkragen en het kabbelende water."
Hyperoniemen
lied (het ~ | meervoud liederen)
Zelfstandig naamwoord
- zangwijze op tekst
 
"een lied (ten gehore) brengen"
"een lied zingen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
lied
Zelfstandig naamwoord
- het melodische geluid
 
Voorbeeldzinnen
- Hij zong een lied.
 - Ze houden van dat lied.
 - Je kunt een lied zingen.
 - Ik heb haar een lied horen zingen.
 - Ze zong haar mooie lied met gevoel.
 - Gisteren luisterde ik naar een zeer mooi lied.
 - Ik kan me de melodie van dat lied niet herinneren.
 - Het lied herinnert me altijd aan mijn kindertijd.
 - Wanneer ik dit lied hoor, denk ik aan jou en mis ik je.
 - Toen stiet de aars een ruw lied uit
 - Door een lied zullen de duistere zorgen kleiner worden gemaakt
 - Een lied voor de eeuwigheid, en van het begin van de wereld tot onze tijd