Betekenis van:
magneet

magneet (de ~ | meervoud magneten)
Zelfstandig naamwoord
  • ijzer aantrekkend staal
"'iemand aantrekken'/'op iemand werken' als een magneet"
"een sterke/krachtige magneet"

Hyperoniemen

Hyponiemen

magneet
Zelfstandig naamwoord
  • voorwerp dat een magnetisch veld verspreidt
"IJzer en nikkel vormen permanente magneten."

Voorbeeldzinnen

  1. Laat de magneet met tefloncoating in het mengsel zitten.
  2. "supergeleidende" voortstuwingsmotoren, of elektrische voortstuwingsmotoren met permanente magneet, met een vermogen van meer dan 0,1 MW;
  3. "supergeleidende" voortstuwingsmotoren, of elektrische voortstuwingsmotoren met permanente magneet, met een vermogen van meer dan 0,1 MW;
  4. Hall-effectschakelaars, bevattende 1 magneet, 1 Hall-effectsensor en 2 condensatoren, geborgen in een omhulling met 3 aansluitpunten
  5. magnetische lagers bestaande uit een ringvormige magneet in een behuizing, vervaardigd van of beschermd door "materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6", bevattende een dempend medium en waarvan de magneet is gekoppeld aan een poolschoen of een tweede magneet die aan het bovendeksel van de rotor is bevestigd;
  6. Magnetrons voor continugebruik met een vaste frequentie van 2460 MHz, magneet in behuizing en probe-uitgang, voor de vervaardiging van producten van onderverdeling 85165000 [1]
  7. Magnetrons voor continugebruik met een vaste frequentie van 2460 MHz, magneet in behuizing en probe-uitgang, voor de vervaardiging van producten van onderverdeling 85165000 [1]
  8. Als meer dan één magneet wordt ingeslikt, trekken de magneten elkaar aan en kunnen zij een darmperforatie, -infectie of -verstopping veroorzaken die dodelijk kan zijn.
  9. Naast één dodelijk ongeval in de Verenigde Staten werden sinds 2006 wereldwijd diverse gevallen gemeld van kinderen die ten minste twee magneten of een magneet en een metalen voorwerp hadden ingeslikt en een grote operatie moesten ondergaan.