Betekenis van:
meedelen

meedelen
Werkwoord
  • een feit vertellen
"Wat ik jullie nog zou meedelen is dat wij morgen niet hoeven te vergaderen."

Voorbeeldzinnen

  1. Code voor het meedelen van de vissoorten
  2. De lidstaten moeten haar daartoe de nodige gegevens meedelen.
  3. de methode voor het meedelen van de controleresultaten;
  4. De Commissie zal de desbetreffende codes aan de installaties meedelen.
  5. De lidstaten moeten de Commissie een verzoek tot vrijstelling meedelen.
  6. Daartoe gemachtigde verbindingsofficieren kunnen meedelen dat zij van mening zijn dat zij geïnformeerd moeten worden.
  7. Naast dit (deze) formulier(en) aanvullende informatie moeten de EVA-staten meedelen:
  8. De lidstaten moeten hierover volgens een stapsgewijze aanpak ieder kwartaal gegevens aan de Commissie (Eurostat) meedelen.
  9. Geef aan dat u de onder B genoemde dossiers op verzoek van de Commissie zult meedelen.
  10. Daarom moeten de lidstaten de gegevens over de betrokken hoeveelheden maandelijks meedelen.
  11. De aangezochte autoriteiten zenden een ontvangstbevestiging waarin zij meedelen of zij voor de invordering verantwoordelijk zijn.
  12. Zij kunnen tevens op ieder ogenblik meedelen hoeveel inschrijvers aan de fase van de veiling deelnemen.
  13. Meedelen aan trein- en grondpersoneel van middelen en voorwaarden voor het opstellen van wagens.
  14. Aanvragers van steun moeten aan Enova meedelen of zij nog andere verzoeken om overheidsteun hebben ingediend.
  15. Code voor het meedelen van de in punt 1.4 bedoelde vissoorten die zich aan boord bevinden: