Betekenis van:
meerdere
meerdere (de ~ | meervoud meerderen)
Zelfstandig naamwoord
- iemand met een hogere rang
"je meerdere erkennen in iemand"
"iemands meerdere zijn in iets"
Hyperoniemen
meerdere
Zelfstandig naamwoord
- een ander persoon die wint
"Hij moest zijn meerdere erkennen in zijn buurman die net een seconde sneller was."
meerdere
Bijvoeglijk naamwoord
- in ruim aantal; alleen attributief met een meervoud
"Hij pleegde meerdere moorden."
Voorbeeldzinnen
- Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.
- Ga opzij voor uw meerdere
- Tot meerdere glorie van God
- Meerdere ogen zien meer dan slechts een
- Meerdere
- meerdere overbrengingen:
- meerdere overbrengingen (*)
- Meerdere ribbreuken
- Meerdere grafische apparaten (werkstation)
- meerdere overbrengingen: aantal (gepland)
- Meerdere willekeurige kreuken
- Zijn er meerdere gevaren?
- Werktuigen met meerdere weegbereiken
- andere, bestaande uit meerdere lagen
- Plaatsvervanging van een hiërarchieke meerdere