Betekenis van:
meetinstrument

meetinstrument
Zelfstandig naamwoord
  • een instrument waarmee grootheden gemeten kunnen worden
"Er bestaan meetinstrumenten voor het meten van grootheden zo verschillend als lengte en temperatuur."

Voorbeeldzinnen

  1. Meetinstrument
  2. Meetinstrument
  3. Vacuüm meetinstrument
  4. instelbaar meetinstrument
  5. 40 digitale registratie (autonoom meetinstrument)
  6. Een voorbeeld van een meetinstrument is afgebeeld in figuur 4.
  7. Bij de selectie van een bepaald meetinstrument is uiterste zorgvuldigheid geboden.
  8. dragen zowel op de tang als op de bekken de vermelding „EG-meetinstrument”;
  9. De waarde van het reflectievermogen wordt rechtstreeks op het meetinstrument afgelezen.
  10. Wanneer het meetinstrument in positie is gebracht, kan het gemakkelijk met één hand worden bediend.
  11. Het meetinstrument moet voldoen aan de eisen van klasse 1 volgens EN 60651:1994.
  12. De krachtafbuigingsverhouding van het meetinstrument mag niet meer dan 10 ± 0,5 N/mm bedragen.
  13. Voorts dient het meetinstrument een resolutie te bezitten van 10 W of meer voor vermogensmetingen groter dan 1,5 kW.
  14. De aantoonbaarheidsgrens is hier de concentratie van het element in azijnzuur 4 %, zoals bedoeld in punt 3.1, dat een signaal van tweemaal de ruis van het meetinstrument oplevert.
  15. Er is te weinig lucht- en/of vacuümdruk voor het ten minste tweemaal aantrekken van de rem nadat het waarschuwingssignaal heeft gewerkt (of een meetinstrument gevaar signaleert)