Betekenis van:
modern

Voorbeeldzinnen

1. Zijn huis is zeer modern.
2. Hun huis is zeer modern.
3. Haar huis is zeer modern.
4. De meubels in dit kantoor zijn zeer modern.
5. Tevens is de installatie van een modern systeem voor omgekeerde osmose gepland.
6. Modern Industries Technique Company: Modern Industries Technique Company (MITEC) is verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van de IR-40 zwaarwaterreactor in Arak.
7. Intensiveren van de inspanningen om een modern beroepsopleidings- en opleidingssysteem op te zetten.
8. Fundamentele bedrijfsvaardigheden. Breed genomen is het doel van dit cursusblok om algemeen modern management en functionele expertise te onderrichten.
9. De satellietkanalen TV3 en 3+ zijn in 1992 beginnen uitzenden. Zij maken deel uit van Modern Times Group (MTG).
10. Derhalve beoogt de maatregel (op bijzondere wijze) een ingeburgerd en veelgebruikt modern stelsel van inkomstenbelasting ten uitvoer te leggen.
11. Maatregelen treffen om het onderwijsstelsel, inclusief het basisonderwijs, te verbeteren en een modern stelsel voor beroepsonderwijs en -opleiding te creëren.
12. Intensivering van de inspanningen om te komen tot een modern systeem van onderwijs en beroepsopleiding en toepassing van de criteria van Bologna in het hoger onderwijs.
13. Intensiveren van de inspanningen om het onderwijsstelsel, inclusief het basisonderwijs, te verbeteren en een modern stelsel voor beroepsonderwijs en -opleiding in het leven te roepen.
14. Schkeuditz ligt op een supraregionale ontwikkelingsas en heeft zich de voorbije tien jaar tot een centrum van een modern verkeerssysteem kunnen ontwikkelen.
15. Daarom verklaren de Hongaarse autoriteiten dat de maatregel bedoeld is om (op bijzondere wijze) een ingeburgerd en veelgebruikt modern stelsel van inkomstenbelasting ten uitvoer te leggen.