Betekenis van:
mok

mok (de ~ | meervoud mokken)
Zelfstandig naamwoord
  • beker met oor
"uit een mok (drinken)"
"een mok koffie/thee"

Hyperoniemen

Hyponiemen

mok
Zelfstandig naamwoord
  • een (stenen) drinkbeker, meestal voorzien van een oor
mok
Zelfstandig naamwoord
  • een verzamelnaam voor verschillende vormen van huidirritaties en -ontstekingen aan de onderbenen van een paard, voornamelijk in de kootholte

Werkwoord