Betekenis van:
monument

monument (het ~ | meervoud monumenten)
Zelfstandig naamwoord
  • iets bedoeld om te blijven herinneren
"een monument voor [de oorlogsslachtoffers/gevallenen]"
"een monument onthullen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

monument
Zelfstandig naamwoord
  • een groot gedenkteken
"Het monument van Laurens Janszoon Coster staat op de Grote Markt te Haarlem."

Voorbeeldzinnen

  1. Als je zijn monument wilt zien, kijk om je heen
  2. Ik heb een monument opgericht dat het langer houdt dan brons
  3. Bouwwerkzaamheden aan industrieel monument
  4. Bouwwerkzaamheden aan prehistorisch monument
  5. Bouwwerkzaamheden aan historisch monument of gedenkteken
  6. „Casa Batlló” is een voor Gaudí kenmerkend gebouw in het centrum van Barcelona, dat door Spanje is uitgeroepen tot „Historisch-artistiek monument van nationaal belang”.
  7. Volgens de verstrekte informatie was het historische en cultuurhistorische monument Kloster Eberbach, een voormalige cisterciënzer abdij, in die tijd eveneens in bezit van „Hessische Staatsweingüter”.
  8. Volgens de verstrekte inlichtingen is de restauratie van het klooster Eberbach, die naar verwachting meer dan 25 jaar zal duren, niet bedoeld als financiële ondersteuning van de GmbH, maar dient zij voor de instandhouding van een cultuurhistorisch monument.