Betekenis van:
neutraal

neutraal
Bijvoeglijk naamwoord
  • geen sterk sprekende waarde hebbend of tonend
"elektrisch neutraal"
"een neutrale term"
neutraal
Bijvoeglijk naamwoord
  • geen partij kiezend in een conflict
"De neutrale landen boden aan te bemiddelen in het geschil."
neutraal
Bijvoeglijk naamwoord
  • noch een positieve noch een negatieve lading dragend
"Het anion en het kation verbinden zich tot een neutraal complex."
neutraal
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet geleid door persoonlijke voorkeur
"een neutraal land"
"neutraal blijven"

Synoniemen

Hyperoniemen

neutraal
Bijvoeglijk naamwoord
  • zo dat het niet opvalt
"neutraal behang"
"een neutrale kleur"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Zwitserland is een neutraal land.
  2. neutraal
  3. neutraal kaliumtartraat,
  4. PM = neutraal
  5. De aanpassing is neutraal.
  6. Aluminiumoxide: neutraal, activiteitsklasse I.
  7. Positief/neutraal/negatief effect
  8. Fosforzuuranhydride, oplosbaar in neutraal ammoniumcitraat
  9. neutraal watervrij loodcarbonaat (PbCO3) CAS-nr.
  10. PM = versnellingsbak in neutraal, koppeling ingeschakeld.
  11. Zij stonden neutraal tegenover eventuele maatregelen.
  12. Niet meer dan 0,2 % in neutraal milieu
  13. Andere adviezen worden door Frankrijk als neutraal beschouwd.
  14. Volgens artikel 13 van de wet op de vermogensoverdracht moest Wfa haar taken commercieel neutraal uitvoeren.
  15. Was het residu met koud water totdat het waswater neutraal is.