Betekenis van:
niet onbelangrijk

niet onbelangrijk
  • (van abstracte zaken) van meer dan normale omvang

Voorbeeldzinnen

  1. Ook de geografische nabijheid is een belangrijke reden, omdat de vervoerskosten voor deze producten niet onbelangrijk zijn.
  2. Zelfs systeeminstructies met kleine fouten kunnen nog aan dit beginsel voldoen, op voorwaarde dat kan worden aangetoond dat de fouten niet te talrijk en onbelangrijk zijn.
  3. Zelfs systeeminstructies met kleine fouten kunnen nog aan dit beginsel voldoen, op voorwaarde dat kan worden aangetoond dat de fouten niet te talrijk en onbelangrijk zijn.
  4. Gezien de hoeveelheden en de onderbieding wordt geconcludeerd dat een niet onbelangrijk deel van de geleden schade aan de invoer uit Turkije kan worden toegeschreven.
  5. De bank was namelijk steeds winstgevend geweest en beschikte al vóór de overdracht over een aanzienlijk eigen vermogen, waarvan al vanaf 1991 het derdenbelang van de Beierse spaarbanken én van particuliere ondernemingen een niet onbelangrijk deel uitmaakte.
  6. DM vormt weliswaar een klein, zij het niet onbelangrijk deel van de productiekosten van vuurvaste materialen, maar de Chinese invoerprijzen waren nog altijd relatief laag en zij zijn in de beoordelingsperiode gemiddeld zelfs nog verder gedaald.
  7. Jaarrekening AGVO 2005, blz. 26 (verslag van de Raad van Bestuur aan de aandeelhouders over de waardering van de aandelen in EVO): „Tenslotte is het niet onbelangrijk dat in deze fase de engagementen van de Stad Oostende een wezenlijke buffer vormen om op verantwoorde wijze een waardering in going concern toe te passen zodat de waardering zoals beschreven in artikel 66§2 mag aangehouden worden en niet naar een waardering in discontinuïteit moet overgegangen (sic) worden.”.