Betekenis van:
nogal
nogal
Bijwoord
- tamelijk, in aanzienlijke mate
"Dit is nogal grof, vind je niet?"
Voorbeeldzinnen
- Dat is nogal onverwacht.
- Hij is nogal levendig.
- Het is nogal ironisch.
- Hierdoor was ik nogal geschokt.
- Ze voelde zich nogal moe.
- Mijn nieuwe laarzen zijn van echt leer en hebben nogal hoge hakken.
- Ze was vroeger nogal verlegen, maar sinds ze naar de universiteit is gegaan, is ze echt tot bloei gekomen.
- Dat betekent dat de resterende herstructureringsmaatregelen nogal beperkt van omvang waren.
- In de overeenkomsten voor 2000-2002 is de provisiestructuur nogal variabel.
- Een risicopremie van […] basispunten lijkt derhalve nogal laag en weerspiegelt niet volledig de risicosituatie van Austrian Airlines.
- Het belang van de zeevaart en de hele maritieme sector in de verschillende landen loopt nogal uiteen.
- In Thailand, waar het circa 40 % was, was de geraamde reservecapaciteit nogal laag en in ieder geval beduidend lager dan in India en Indonesië.
- Het argument dat het land werd gekocht van de „oorspronkelijke eigenaar” is nogal misleidend aangezien particulieren in Vietnam geen grond kunnen bezitten.
- De feitelijke mededingingsstructuur en andere kenmerken van elk van de markten kunnen in de onderhavige mededeling niet worden beschreven, omdat zij over het algemeen onderling nogal verschillen.
- Het profiel van de importeurs/handelaars die in dit geval opmerkingen indienden, liep nogal uiteen, zowel qua omvang als qua aandeel van de handpallettrucks in hun activiteiten.