Betekenis van:
onbaatzuchtig

onbaatzuchtig
Bijvoeglijk naamwoord
  • belangeloos; onbaatzuchtig; grootmoedig; onbaatzuchtig
"onbaatzuchtige hulp"
"een onbaatzuchtig mens"

Synoniemen

Hyperoniemen

onbaatzuchtig
Bijvoeglijk naamwoord
  • eigen voordeel verwaarlozend ten behoeve van anderen