Betekenis van:
onderbreking

onderbreking
Zelfstandig naamwoord
  • een kort ophouden van bezigheden als pauze
"Het toneel herbegon na een korte onderbreking tijdens dewelke velen naar het toilet gingen."
onderbreking
Zelfstandig naamwoord
  • een tijdelijk staken van activiteit door een onverwachte gebeurtenis
"Een onderbreking verstoorde de vergadering."
onderbreking (de ~ | meervoud onderbrekingen)
Zelfstandig naamwoord
  • keer dat iets onderbroken wordt

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Onderbreking van de procedure
  2. onderbreking in de stroomvoorziening;
  3. Tijdvakken van onderbreking
  4. drie uur zonder onderbreking;
  5. Termijnen; onderbreking van de procedure
  6. Reden van de onderbreking (21)
  7. bericht inzake onderbreking van de treinreis.
  8. onderbreking van de stroomvoorziening (het langste voorval)
  9. Het duurtestprogramma wordt zonder onderbreking uitgevoerd.
  10. (Alleen) tijdens onderbreking van de studie
  11. De duurproef moet zonder onderbreking worden uitgevoerd.
  12. de tijdelijke onderbreking van deze beroepswerkzaamheden:
  13. De duurproef moet zonder onderbreking worden uitgevoerd overeenkomstig onderstaande aanwijzingen:
  14. De reden van de onderbreking aangeven (ziekte, verlof, werkloosheid, enz.).
  15. speciaal ontworpen uitlaatsystemen die niet zonder onderbreking verbrandingsproducten uitstoten;