Betekenis van:
onderbroek

onderbroek (de ~ | meervoud onderbroeken)
Zelfstandig naamwoord
  • kledingstuk voor om de lendenen
"een lange onderbroek"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

onderbroek
Zelfstandig naamwoord
  • kledingstuk dat onder de gewone broek wordt gedragen

Voorbeeldzinnen

  1. Het is bedoeld als een onderbroek die ook bescherming biedt tegen bepaalde verwondingen.
  2. Het artikel is een samengesteld werk bestaande uit een onderbroek van textiel en kunststof inzetstukken.
  3. Derhalve wordt het wezenlijk karakter als bedoeld in de algemene regel 3, onder b) verleend door de onderbroek en niet door de inzetstukken.