Betekenis van:
ondergroei

ondergroei (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • lage begroeiing
"de dichte ondergroei in een oerwoud"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Atlantische zuurminnende beukenbossen met ondergroei van Ilex en soms Taxus (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion)
  2. 9120 Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion)
  3. de aanleg van beschermende infrastructuur zoals boswegen, sporen, bluswatervoorzieningen, brandstroken, van ondergroei ontdane oppervlakten en kapvlakten en maatregelen gericht op het onderhoud van brandstroken, oppervlakten die van ondergroei zijn ontdaan, en kapvlakten;
  4. Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion)
  5. Natuurlijke en nagenoeg natuurlijke bossen van inheemse soorten. Het betreft bossen met hoog opstaande bomen, met inbegrip van struiklaag, en een typische ondergroei, die aan de volgende criteria beantwoorden: zij zijn zeldzaam of restanten en/of zij vormen het leefgebied van soorten van communautair belang