Betekenis van:
onderzoeker

onderzoeker (de ~ | meervoud onderzoekers)
Zelfstandig naamwoord
  • wetenschapper in een bepaald vakgebied
"een toegevoegd onderzoeker"
"wetenschappelijk onderzoeker"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

onderzoeker
Zelfstandig naamwoord
  • een beoefenaar van de wetenschap
"De onderzoeker probeerde de gang van zaken te doorgronden."
onderzoeker
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die een onderzoek uitvoert

Voorbeeldzinnen

  1. individuele onderzoeker
  2. Onderzoeker van de lidstaat
  3. Vertaler; econoom; jurist; raadgevend arts; wetenschapper; onderzoeker; financieel functionaris; auditfunctionaris
  4. De onderzoeker en de opdrachtgever kunnen dezelfde persoon zijn.
  5. Voor de afgifte van de verblijfstitel aan de gezinsleden van de tot een lidstaat toegelaten onderzoeker geldt niet de eis van een minimale verblijfsduur van de onderzoeker.
  6. De gastovereenkomst verstrijkt automatisch wanneer de onderzoeker niet wordt toegelaten of wanneer de rechtsbetrekking tussen de onderzoeker en de onderzoeksinstelling wordt beëindigd.
  7. Een onderzoeksinstelling die een onderzoeker wenst uit te nodigen, sluit met deze onderzoeker een gastovereenkomst waarin de onderzoeker zich ertoe verbindt het onderzoeksproject uit te voeren, en de onderzoeksinstelling zich ertoe verplicht, onverminderd artikel 7, de onderzoeker voor dat doel als gast te ontvangen.
  8. De onderzoeker toont de wetenschappelijke waarde van alle desbetreffende methoden aan.
  9. Wraking kan niet gegrond zijn op de nationaliteit van een onderzoeker of van een lid.
  10. junior vertaler; junior econoom; junior jurist; junior raadgevend arts; junior wetenschapper; junior onderzoeker; junior financieel functionaris
  11. De eenheidswaarde voor forfaitaire bedragen beloopt 23500 EUR per jaar en per onderzoeker.
  12. De onderzoeker motiveert duidelijk de methode en frequentie van toediening, alsmede de lengte van de proeven.
  13. De onderzoeker motiveert de omvang en duur van de proeven en de gekozen doseringen.
  14. Wanneer een lidstaat besluit om een verblijfstitel toe te kennen aan de gezinsleden van een onderzoeker, heeft deze titel dezelfde geldigheidsduur als de aan de onderzoeker toegekende verblijfstitel, mits de geldigheidsduur van hun reisdocumenten dat mogelijk maakt.
  15. „aangewezen onderzoeker”: de persoon die is belast met de organisatie en de uitvoering van en het toezicht op een onderzoek;