Betekenis van:
onfatsoenlijk

onfatsoenlijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet fatsoenlijk; niet behoorlijk; onwelvoeglijk; onbehoorlijk
"onfatsoenlijke taal"
"een onfatsoenlijke behandeling"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Sorry, ik kan jou mijn naam niet vertellen. Het is te onfatsoenlijk.