Betekenis van:
ongehuwd

ongehuwd
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet getrouwd
"burgerlijke status: ongehuwd"
"een ongehuwde moeder"

Synoniemen

ongehuwd
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet in het huwelijk getreden

Voorbeeldzinnen

  1. Mijn zusters zijn allebei ongehuwd.
  2. Ongehuwd
  3. ongehuwd
  4. ongehuwd
  5. Ongehuwd
  6. Indien het overleden personeelslid ongehuwd was, worden deze kosten aan zijn rechtverkrijgenden vergoed.
  7. weduwnaar, van echt gescheiden, wettelijk gescheiden of ongehuwd is, en die ten minste één persoon ten laste heeft in de zin van het bepaalde in bijlage III bij dit reglement;
  8. het personeelslid dat weduwnaar, van echt gescheiden, wettelijk gescheiden of ongehuwd is, en dat een of meer te zijnen laste komende kinderen in de zin van artikel 2, leden 2 en 3, heeft;
  9. (facultatief) burgerlijke staat: ongehuwd; gehuwd (met inbegrip van geregistreerde partners); weduwnaar/weduwe en niet hertrouwd (met inbegrip van achtergebleven geregistreerde partners); gescheiden en niet hertrouwd (met inbegrip van scheidingen van tafel en bed en ontbonden geregistreerde partnerschappen);
  10. wordt betaald aan iedere gehuwde functionaris, en aan de functionaris die weduwnaar, van echt gescheiden, wettelijk gescheiden of ongehuwd is, en die ten minste één persoon ten laste heeft in de zin van het bepaalde in bijlage III bij dit reglement;