Betekenis van:
ontbijten

ontbijten
Werkwoord
  • 's morgens eten
"stevig ontbijten"

Hyperoniemen

ontbijten
Werkwoord
  • de eerste maaltijd van de dag nuttigen
ontbijt (het ~ | meervoud ontbijten)
Zelfstandig naamwoord
  • eerste maaltijd v.d. dag
"ontbijt op bed"
"kamer met ontbijt"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hoe laat ontbijten we?
  2. We ontbijten om zeven uur.
  3. Ik dacht dat we samen zouden ontbijten.