Betekenis van:
onttuigen

onttuigen
Werkwoord
  • een schip ontdoen van zijn tuigage
"Ons schip was al onttuigd en dus konden we voorlopig niet gaan varen."
onttuigen
Werkwoord
  • een paard ontdoen van zijn tuig
"Na samen het paard onttuigd en op stal gezet te hebben, stapten Jan en Dina naar binnen."
onttuigen
Werkwoord
  • afranselen

Synoniemen

Hyperoniemen