Betekenis van:
onzelfstandig

onzelfstandig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet zelfstandig
"onzelfstandige pubers van boven de dertig"

Voorbeeldzinnen

  1. Gezien het feit dat de Berliner Bank momenteel als onzelfstandig bedrijfssegment of filiaal in de Landesbank Berlin geïntegreerd is, zou zij moeten worden verzelfstandigd om te kunnen worden verkocht als zelfstandige rechtspersoon.
  2. Volgens de verstrekte informatie ontving het „Landesbetrieb Hessische Staatsweingüter” (dat op 1 januari 1998 als juridisch onzelfstandig, apart onderdeel van de deelstaat was opgericht) exploitatiesteun, die zowel exploitatiesubsidies als subsidies voor representatieve taken van de deelstaat (vaste bedragen voor wijnproeverijen van het parlement en de regering van Hessen) omvatte.