Betekenis van:
openbaarheid

openbaarheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het algemeen toegankelijk zijn
"de openbaarheid van de zittingen van Tweede Kamer"

Hyperoniemen

Hyponiemen

openbaarheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het algemeen bekend zijn; het publiekelijk bekend zijn
"in de openbaarheid treden/verschijnen"
"openbaarheid aan iets geven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Openbaarheid
  2. Openbaarheid
  3. openbaarheid vergaderingen
  4. Openbaarheid en openbaarmaking
  5. Openbaarheid en transparantie
  6. OPENBAARHEID EN OPENBAARMAKING
  7. Openbaarheid en transparantie
  8. Artikel 49 — Openbaarheid
  9. Openbaarheid van informatie
  10. Artikel 48 — Openbaarheid
  11. Openbaarheid en openbaarmaking
  12. Openbaarheid, gasten, gastsprekers, actueel uurtje
  13. Openbaarheid van stemmingen, stemverklaringen en notulen
  14. Artikel 22 Openbaarheid van de vergaderingen
  15. Artikel 17 — Openbaarheid, gasten, gastsprekers, actueel uurtje