Betekenis van:
openingstoespraak

openingstoespraak (de ~ | meervoud openingstoespraken)
Zelfstandig naamwoord
  • toespraak bij een opening

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Verkiezing van de Voorzitter — Openingstoespraak
  2. Artikel 13 Verkiezing van de Voorzitter — Openingstoespraak
  3. Alleen de gekozen Voorzitter kan een openingstoespraak houden.