Betekenis van:
oppervlakkig

oppervlakkig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet diepgaand
"oppervlakkig vermaak"
"oppervlakkige kennis"

Hyperoniemen

oppervlakkig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet diepgaand of niet grondig
"De leraar heeft dat moeilijke probleem slechts een oppervlakkige behandeling gegeven."
oppervlakkig
Bijvoeglijk naamwoord
  • zich aan de oppervlakte bevindend
"Een oppervlakkige verwonding."
oppervlakkig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet snel blijk gevend van iets
"Hij is nu eenmaal een oppervlakkig mens."

Voorbeeldzinnen

  1. Schoonheid is slechts oppervlakkig.
  2. Wat voor een oppervlakkig antwoord!
  3. Oppervlakkig
  4. Tussen de oorspronkelijke betonlaag en de nieuwe betonlaag werd echter geen verbinding gemaakt, zodat deze sanering oppervlakkig en onvoldoende bleek te zijn.
  5. Een kort contact met een schurend gevaar, kan de huid van de consument slechts oppervlakkig krassen, terwijl een langer contact meer huid zal verwijderen;
  6. De Commissie stelde voorts vast dat de door Duitsland verstrekte inlichtingen over de redenen voor de moeilijkheden van de onderneming in het verleden relatief oppervlakkig waren.
  7. De investeerders oordelen derhalve dat de conclusie van de Commissie toe te schrijven is aan een te oppervlakkig onderzoek en dat een grondiger bestudering van de feiten had uitgewezen dat de verleende steun een voordeel heeft opgeleverd voor de scheepswerf.
  8. De stukken hout worden gebruikt in natuurlijke staat, dan wel licht, gemiddeld of sterk verhit, maar zij mogen niet zijn verbrand — zelfs niet oppervlakkig —, mogen niet koolstofhoudend zijn en mogen niet brokkelig aanvoelen.