Betekenis van:
oprecht

oprecht
Bijvoeglijk naamwoord
  • oprecht; openhartig; eerlijk; oprecht; trouw van hart; welgemeend
"oprechte excuses"
"een oprecht antwoord"

Synoniemen

oprecht
Bijvoeglijk naamwoord
  • de waarheid sprekend

Voorbeeldzinnen

  1. De Griekse autoriteiten voeren aan dat ze er bij het geven van toestemming voor de verlengingen van de uitvoeringsperiode oprecht van uitgingen dat ze binnen de grenzen van de goedkeuringsbeschikking van de Commissie handelden en dat het om bestaande steun ging, waarvoor geen nieuwe officiële kennisgeving nodig was.