Betekenis van:
oproer

oproer (het ~ | meervoud oproeren)
Zelfstandig naamwoord
  • verstoring v.d. openbare orde; opstand v.h. volk; opstand tegen de overheid
"het oproer was ontstaan/uitgebroken"
"een oproer neerslaan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. oorlog, burgeroorlog, revolutie, rebellie, oproer of burgerlijke onlusten die daaruit voortkomen, dan wel iedere vijandige handeling door of tegen een oorlogvoerende partij;