Betekenis van:
opzettelijk

opzettelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • expres; vastberaden; opzettelijk; opzettelijk
"een opzettelijke handsbal"
"een opzettelijke belediging"

Synoniemen

Hyperoniemen

opzettelijk
Bijwoord
  • bewust op deze manier
"Hij is opzettelijk niet naar zijn werk gegaan."

Voorbeeldzinnen

  1. Hij negeerde me opzettelijk toen ik hem op straat tegenkwam.
  2. "LGBT-gemeenschappen over de hele wereld noemen je een 'held' en zeggen dat je opzettelijk vals beschuldigd bent," legde Al-Sayib uit. "Maar de ordehandhavingsorganisaties bestempelen je allemaal als een medogenloos moordenaar. Welk van die twee ben je, Dima?"
  3. Opzettelijk blanco gelaten
  4. Opzettelijk aangestoken vuur/brandstichting.
  5. opzettelijk onjuiste, vertraagde of onvolledige rapportage;
  6. is waarschijnlijk niet opzettelijk door de aanvrager veroorzaakt (50)
  7. Niet correct gebruikt controleapparaat (zonder geldige bestuurderskaart, opzettelijk misbruik, …)
  8. De aansprakelijkheid bestrijkt fraude, opzettelijk wangedrag en grove nalatigheid.
  9. Bij draaiende motor moet het al dan niet opzettelijk inschakelen van het alarmsysteem onmogelijk zijn.
  10. wat de uitgaven betreft, elke opzettelijke handeling of elk opzettelijk nalaten waarbij:
  11. opzettelijk dieren te hinderen die gedreven of geleid worden door een gedeelte waar doorstroming nodig is.
  12. het gehalte aan nikkel, chroom, molybdeen, boor en vanadium en andere opzettelijk toegevoegde legeringselementen.
  13. opzettelijk verzwegen ziekten of aandoeningen bij het aangaan van het dienstverband.
  14. een verbod om, ongeacht de gebruikte methode, opzettelijk de bedoelde vogels te doden of te vangen;
  15. Een veroordeling voor een opzettelijk geweldmisdrijf wordt beschouwd als een indicatie van een dergelijk gevaar.