Betekenis van:
oxaalzuur

oxaalzuur
Zelfstandig naamwoord
  • organisch zuur, dat o.a. in klaverzuring voorkomt, en gebruikt wordt om roest- en inktvlekken uit weefsels te verwijderen

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Oxaalzuur
  2. oxaalzuur, nikkelzout [2]
  3. Maximaal 0,04 % (als oxaalzuur)
  4. Citroenzuur, perazijnzuur, mierenzuur, melkzuur, oxaalzuur en azijnzuur
  5. Oxaalzuur en zouten en esters daarvan
  6. (2S)-2-amino-3-hydroxy-N-pentylpropionamide--oxaalzuur (1:1)
  7. Maximaal 100 mg/kg na drogen, uitgedrukt als oxaalzuur
  8. Maximaal 100 mg/kg na drogen, uitgedrukt als oxaalzuur
  9. Maximaal 100 mg/kg na drogen, uitgedrukt als oxaalzuur
  10. zouten van oxaalzuur, met uitzondering van de elders in deze bijlage met name genoemde
  11. pentamethyleenbis3-[1-(3,4-dimethoxybenzyl)-6,7-dimethoxy-1,2,3,4-tetrahydro-2-isochinolyl] propionaat--oxaalzuur (1:2)
  12. In de bijlage bij Richtlijn 91/322/EEG worden de vermeldingen betreffende de stoffen nicotine, mierenzuur, methanol, acetonitril, nitrobenzeen, resorcinol, diethylamine, koolstofdioxide, oxaalzuur, cyaanamide, difosforpentaoxide, difosforpentasulfide, broom, fosforpentachloride, pyrethrum, barium (oplosbare verbindingen als Ba), zilver (oplosbare verbindingen als Ag) en de bijbehorende indicatieve grenswaarden geschrapt.