Betekenis van:
pachtgeld

pachtgeld (het ~ | meervoud pachtgelden)
Zelfstandig naamwoord
  • prijs waarvoor iets gepacht wordt; prijs waarvoor iets gepacht wordt
"pachtgeld betalen/afdragen"
"pachtgeld innen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De producent/exporteur voerde aan dat het pachtgeld zelf een soort „belasting” was en dat hij de grond had gekocht van een andere onderneming die de „oorspronkelijke eigenaar” was.