Betekenis van:
personeel

personeel
Bijvoeglijk naamwoord
  • uit personen bestaand
"de personele bezetting"
"personele unie"
personeel
Zelfstandig naamwoord
  • de personen die een bedrijf in loondienst heeft
""Ik wens u een groot personeel" is een oude joodse vloek."

Voorbeeldzinnen

  1. Personeel
  2. PERSONEEL
  3. Personeel
  4. Personeel
  5. Personeel
  6. Personeel
  7. Personeel
  8. Personeel
  9. Totaal personeel
  10. Personeel derden
  11. Technisch personeel.
  12. UITVOEREND PERSONEEL
  13. Personeel/personeelsvertegenwoordiging
  14.  het gedetacheerde personeel geen ander personeel vervangt;
  15. het gedetacheerde personeel geen ander personeel vervangt;