Betekenis van:
piloot

piloot (de ~ | meervoud piloten)
Zelfstandig naamwoord
  • bestuurder van een vliegtuig
"de automatische piloot"
"de automatische piloot inschakelen/uitschakelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

piloot
Zelfstandig naamwoord
  • een bestuurder van een vliegtuig, luchtschip of race-auto

Voorbeeldzinnen

  1. De piloot beschreef de scène tot in detail.
  2. tweede piloot;
  3. Luchtvaartuigen met piloot
  4. piloot onder toezicht;
  5. Vluchtuitvoering met één piloot.
  6. Piloot onder toezicht
  7. Toelating piloot-eigenaar
  8. piloot die de gezagvoerder aflost;
  9. Piloot die de gezagvoerder aflost
  10. Beheer van de automatische piloot; en
  11. beheer van de automatische piloot; en
  12. Bevoegdheid van een piloot om vanuit beide pilotenstoelen te werken
  13. AUTOMATISCHE PILOOT, AUTOTHROTTLE EN STAND EN INSCHAKELING VAN HET AFCS
  14. Automatische piloot, autothrottle en stand en inschakeling van het AFCS
  15. de BA609 zelf, met een presentatie door de piloot;